British flag  Bandeira brasileira
Plaatje familiewapen De Munnick

Plaatje Portugese vlag

Nederlandse boeren in Portugal (1)

Bert Ernste

Boerderij 8 augustus 1984

Kaartje Portugal “In Portugal kun je een bedrijf nog echt van de grond af opbouwen”, zegt een jonge Nederlandse boer die vier jaar geleden naar Portugal emigreerde. Daar staan problemen tegenover die we in Nederland niet kennen. Toch vonden vier boeren en tuinders die wij spraken hier aardig hun draai.

“Toen wij naar Portugal gingen was er bijna geen voorlichting over de mogelijkheden daar in de landbouw”, zegt de familie Van Voorst. Zes jaar geleden emigreerden zij naar Portugal en boeren nu op een gemengd bedrijf van 300 ha niet ver van Évora, in een van de zuidelijke provincies, de Alentejo. De familie Van Voorst ondervond in het begin de nodige tegenslagen.

“Er was ons voorgespiegeld dat we tot 90 procent hypotheek konden krijgen. Dat bleek maar 50 procent te zijn. Volgens onze berekeningen hadden we in enkele jaren het bedrijf zo ver moeten kunnen opbouwen dat we quitte zouden spelen. Maar dat is niet uitgekomen.”

Als ze alles van tevoren hadden geweten zou de familie Van Voorst waarschijnlijk met minder grond zijn begonnen. De laatste jaren heerste er bovendien droogte in Portugal. De laatste tijd komen de zorgen vooral van de zeer bruuske prijsstijgingen die de Portugese overheid doorvoerde voor veevoeder en kunstmest. Vorig jaar gingen die met zo’n 60 procent in één keer omhoog en er hangen al weer nieuwe prijsstijgingen in de lucht. Ook de dieselolie is in Portugal erg duur. De problemen betekenen trouwens niet dat de familie terug wil naar Nederland. Integendeel, ze zijn vast van plan om in Portugal te blijven. Hun kinderen gaan ook gewoon naar een Portugese school in Évora.

Slachtkoeien
Koeien voor de slacht vormen de belangrijkste pijler van het bedrijf van Van Voorst. In de wei staan 80 koeien, een kruising tussen Charolais en Alentejaans (naar de provincie Alentejo). Na ongeveer acht maanden worden de kalveren verkocht aan een mester die de koeien mest voor de slacht. Voor de koeien is zo’n 60 ha Australische klaver ingezaaid. De Australische klaver kan goed tegen het droge klimaat in de Alentejo en kan twee jaar blijven staan.

Voor de verkoop en voor het eigen vee heeft Van Voorst 100 ha hooiland. Op 50 ha wordt verder haver geteeld en 25 ha is voor gerst. Verder doet de familie Van Voorst in meloenen (tien ha) en bloemen (twee ha).

Die laatste twee producten moeten ze wel zelf gaan venten. In Portugal bestaat namelijk geen infrastructuur voor de marketing van landbouwproducten. Veilingen zijn er niet. “Daarover moet je schrijven, want dat is hier een groot probleem”, zegt Van Voorst. “Er zijn wel tussenhandelaren maar die strijken de verdienste op. Als je er dus wat aan wilt verdienen moet je zelf naar de markt. Voor de bloemen moet ik helemaal naar Lissabon, zo’n 140 km en dat moet ’s nachts gebeuren want de grossiersmarkt is heel vroeg. Maar je raakt wel altijd alles kwijt.” Met de meloenen gaan ze naar de markt in Évora. Ze hebben ook wel eens geprobeerd om prei te verkopen, maar dat ging moeizaam. Prei is op het platteland van Portugal onbekend.

Zaaien
Van Voorst vertelt dat de Portugezen en ook zijn knecht zijn manier van werken soms niet ziet zitten. Zaaien bij voorbeeld gebeurt in Portugal nog veel met de kunstmeststrooier. Dat kost extra zaaigoed, te meer omdat de Alentejo vol zit met mieren. Die gaan onmiddellijk aan de haal met het zaad als dat niet onder de grond zit. Van Voorst werkt daarom met een lijnzaaimachine. Het heeft Van Voorst jaren gekost om zijn knecht te overtuigen dat het zo echt beter ging. Hij is zelfs zo ver gegaan om een proef te doen. De knecht mocht zijn manier toepassen op een stukje land, zodat ze daarna konden vergelijken.

De Nederlandse boeren in Portugal halen een hogere opbrengst dan hun Portugese collega’s. De grond staat overigens geen opbrengsten toe zoals in Nederland. Van Voorst vertelt 3.000 ton gerst per ha te oogsten, wat in Portugal zeer hoog is. Het Portugese gemiddelde is maar zo’n 1.200 ton. Dat komt omdat Nederlandse boeren in Portugal de kennis en het geld hebben om optimaal te werken, voldoende te mesten, de goede machines te kopen enz. Met een gebaar van “kijk eens wat zonde”, laat Van Voorst zien hoe slecht het graan van de buren erbij staat. Te laat zaaien is de voornaamste reden.

Coöperatie
Van Voorst heeft wel begrip voor het coöperatieve landbouwbedrijf dat naast zijn bedrijf ligt. “Ze missen de ervaring en de kennis. De meesten kunnen niet lezen of schrijven. Na de Anjerrevolutie van 1974 hebben ze het land van de grootgrondbezitter bezet, ongeveer 5.900 ha. De grootgrondbezitter heeft 900 ha teruggekregen, zodat de coöperatie nu nog 5.000 ha heeft. Hoe wil je 5.000 ha efficiënt bewerken zonder goed management dat terzake kundig is?” Op het terrein van de coöperatie staan enkele trekkers en twee combines te verroesten. De mensen wisten er niet mee om te gaan. De machines gingen kapot en werden niet meer gerepareerd. Nu staan ze in regen en wind, ze hebben zelfs de motorkap niet dicht gedaan.”

Het repareren van machines is in Portugal trouwens niet zo gemakkelijk als in Nederland. Zelfs onderdelen die regelmatig kapot gaan zijn vaak niet in voorraad, zodat je die als boer zelf in voorraad moet houden.

Ondanks de tegenslagen is de familie Van Voorst blij in Portugal te zijn; “Wij zijn natuurmensen”, zeggen ze. “Een eigen bedrijf en de vrijheid, die dat in dit heuvelland geeft, bevallen hun uitstekend. “Als de regering maar niet door blijft gaan met die schoksgewijze prijsstijgingen. Van Voorst werkte voor de overheid in Nederland. Dat was hem veel te beklemmend. “Die ambtenarij, dat is maar niets.”

Algarve
Van Alentejo naar de meest zuidelijke provincie Algarve en van 300 ha naar een slechts 37 ha groot melkveebedrijf. Ook hier vinden wij Nederlandse emigranten. Jaap en Nora Hut zijn al 19 jaar weg uit Nederland. Bijna 11 jaar beheerden zij boerderijen voor anderen in Zuid-Afrika. Ook zij vonden de mogelijkheden in Nederland te beperkt. Na Zuid-Afrika kon Hut een baan krijgen in Portugal bij een Nederlandse uienkweker.

Toen zijn werkgever overleed en het bedrijf uiteen viel besloot de familie Hut om eindelijk de grote stap te zetten en voor zichzelf te beginnen. Op de zeven ha grond in de buurt van Colinas Verdes (Groene Heuvels) die ze al eens gekocht hadden werd een stal gebouwd. Aan een kant is de stal open, volgens de normen van de Portugese overheid. Via de overheid kon Hut beschikken over leningen tegen een lage rente; overigens toch nog ongeveer 22 procent. Dat is nog veel maar in Portugal heb je wel de geldontwaarding mee.

Aan het begin van ons gesprek zegt Hut meteen met veel nadruk: “Ze kunnen zeggen wat ze willen, maar ik ben echt heel erg tevreden over het ministerie van Landbouw, in ieder geval over de afdeling voor melkvee. Het kost wel veel papierwerk en praten voordat je het geld krijgt. Tegen de tijd dat het geld dan eindelijk komt is het al wel weer minder waard.” In juni 1982 kreeg Hut zijn koeien. Het zijn er nu 14, voornamelijk Canadese Holsteiners. In het invoeren van koeien ziet Hut niet zo veel. “Ze hebben hier goede koeien en de k.i. is gesubsidieerd dus dat is ook geen probleem.” Hut heeft nu ook tien stuks jongvee. Vorig jaar heeft hij zijn kalveren nog moeten verkopen wegens de rente en aflossingen. Dit jaar kon hij het jongvee houden. Over vier tot zes jaar hoopt hij alle schulden die gemaakt zijn om het bedrijf op te zetten te hebben afgelost.

Van de grond af
Hut is letterlijk van de grond af begonnen. De eerste maanden woonden ze met z’n vijven in een bouwval op het terrein. In het fotoalbum van de familie Hut kun je de ontwikkeling goed volgen. Een bulldozer effende een stuk terrein voor de stal, die daarna gedeeltelijk zelf werd gebouwd. Later kwam er een melkmachine die Hut helemaal heeft gereviseerd. De overheid betaalde 40 procent mee aan de melkmachine en de melktank. De rest werd betaald uit een renteloze lening van de coöperatie in Portimão waar Hut lid van is. “Een prima coöperatie”, zegt Hut.

Om zijn vee te kunnen voeren heeft Hut nog 30 ha grond gepacht waar hij groenvoer van af haalt. Inmiddels loopt hij al weer met plannen om de stal te vergroten. De bedoeling is dat er dan ook een echte kaaskamer komt waar Nora Hut haar kaas kan maken. Nu doet ze dat nog in de keuken van het prefabhuis dat er inmiddels is gekomen. “De kaasverkoop loopt prima, ik zou wel veel meer kunnen verkopen”, zegt ze. “Ik verkoop nu alleen aan particulieren hier in de buurt, maar er is een handelaar uit Lissabon die al mijn kaas zou willen afnemen.” Yoghurt maakt Nora Hut ook.

Optimisme
Het is hard werken, maar de familie Hut ziet de toekomst zonnig in. “De prijs voor melk is goed, ongeveer net zo hoog als in Nederland.” Volgens Hut zal dat ook wel zo blijven, ook als Portugal lid wordt van de EG. Dat zou per 1 januari 1986 moeten gebeuren. Hij denkt dat het niet goedkoper zal zijn om melk uit de melkplas van de EG in Portugal in te voeren en dat Portugal net als Ierland zijn melkproductie zal mogen blijven opvoeren. Het is voor Hut en zijn Portugese collega’s te hopen dat dit inderdaad zo is. Portugal heeft nog steeds geen duidelijk landbouwbeleid. De Portugezen staan er ook niet om bekend dat ze hun belangen bij de EG erg krachtig verdedigen.

In de volgende (tevens laatste) aflevering bezoeken we de jonge tuinder Van Marrewijk in de Algarve en het jonge gezin Von Feltz met een gemengd bedrijf in de buurt van Évora.

Meer Portugal | Index artikelen | Contact