Bij de elite horen 
Bert Ernste
Juni 2006
Rijksmuseum Amsterdam, 1993. Tentoonstelling ‘Een eeuw apart’. Ik sta voor een schilderij van Breitner. Het schilderij bekijken lukt niet zo goed, want met grote regelmaat steekt iemand zijn hoofd in mijn blikveld, of komt er zelfs iemand pontificaal voor me staan. Nederlanders letten niet zo goed op ‘de ander’ in het openbare leven, maar de voornaamste oorzaak is toch dat het hartstikke druk is. Even later sta ik voor een schilderij van H.W. Mesdag: ‘Scheveningse bommen voor anker’. Ik wil weten uit welk jaar het is, maar kan nauwelijks bij het bordje met informatie komen, zo druk is het. De bordjes zijn ook wel erg klein. Niet slim van het Rijksmuseum. Er hingen prachtige werken op deze tentoonstelling, maar de drukte maakte het moeilijk om daar rustig van te genieten.

Massa’s
Later probeerde ik eens naar een foto-expositie van Annie Leibovitz in het Stedelijk
Museum te gaan, maar toen ik de rij zag, die zowat de hele Potterstraat vulde, heb ik
onmiddellijk rechtsomkeert gemaakt. In Berlijn stond vorig jaar een urenlange rij
voor de grote Goya-tentoonstelling. Ik heb het boek gekocht. Niet hetzelfde als de
originele kunstwerken zien, maar wat mij betreft veel beter dan met massa’s
andere mensen langs de kunstwerken schuifelen. De expositie ‘Rembrandt en
Carvaggio’, die op dit moment in het Van Gogh Museum gehouden wordt, is ook
zo’n ‘sardientjes in blik tentoonstelling’, zo vertellen vrienden
mij. Moderne marketing heeft in West-Europa van de meeste speciale exposities een
massavermaak gemaakt.
Zelf ga ik al lang niet meer naar dergelijke populaire tentoonstellingen. Ik ben democraat in hart en nieren en gun iedereen toegang tot de kunst. Maar ik moet bekennen dat ik, als er zich weer iemand tussen mij en het kunstwerk opstelde, terugverlangde naar de tijd dat kunst voor de elite was. Ik wil dan wel bij de elite horen, dat spreekt voor zich.

Rust
Wat was het een verademing, toen ik in São Paulo naar een tentoonstelling
ging. Géén rijen bij de kassa, géén mensenmassa’s
in de zalen. Heerlijk alles rustig op je in laten inwerken. Vorig jaar mocht ik in
het Museum voor de Moderne Kunst (MAM) in het Parque Ibirapuera met slechts enkele
andere bezoekers volstrekt ontspannen langs de schitterende zwartwitfoto’s van
Pierre Verger dwalen. Ook het park, aangelegd door Burle Marx, met daarin markante
gebouwen van Oscar Niemeyer was een oase van rust. Zó moet kunst genoten
worden.
Alleen daarom al staat het ‘cultuur happen’ altijd hoog op onze agenda als wij, ‘deeltijd expats’, weer een tijd in São Paulo zijn. Je waant je dan even bij een bevoorrechte elite en dat is eigenlijk heel erg prettig.
Na al dat moois is het wel even slikken, wanneer je op de terugweg op het kruispunt met de taxi stil staat bij het verkeerslicht en de bedelaars aan het raampje komen. Dat is een schril contrast.
Meer Brazilië | Meer columns | Contact