Braziliaanse cinema:
Os 12 trabalhos | De 12 werken
Bert Ernste
Maart 2007
Zit u wel eens op de
weg in de auto of de bus in São Paulo? Kijkt u dan ook gefascineerd naar de
motormuizen, die zich met ware doodsverachting door het verkeer slingeren, meestal op
betrekkelijk lichte motoren? Veel van die jongens (de meeste zijn jongens | jonge
mannen) zijn wat ze in Brazilië noemen motoboys, boodschappenjongens op de
motor. Wie geïnteresseerd is in de wereld van de motoboy moet de film Os
12 trabalhos (De 12 werken) (2007) van regisseur Ricardo Elias gaan zien.
De film volgt Herácles, een jonge, donkere Braziliaan uit een buiten- (lees arme) wijk van São Paulo, die na een tijd in een jeugdinrichting te hebben gezeten, motoboy wil worden. Hij mag een dag proef draaien. Het inkijkje in de wereld van de motoboy is boeiend. We volgen Herácles, als hij te maken krijgt met vooroordelen, bureaucratie en de kwaadwilligheid van zijn collega’s, waarvan sommigen al 15 jaar in het vak zitten. Dit als ze niet verongelukken, want dagelijks verongelukken er motoboys.
Herácles moet onder meer een document afgeven bij een afdeling van de regering. De ambtenaar weigert echter het ontvangstbewijs af te stempelen “want er is geen inkt”. Herácles haalt een stempelkussen van een ander bureau, maar de geïrriteerde dame stuurt hem weg. ”Kun je niet zien dat ik aan het werk ben?” Herácles ziet een collega met meer ervaring aan een leeg bureau zelf het ontvangstbewijs stempelen en volgt uiteraard zijn voorbeeld. Bij een andere gelegenheid krijgt hij te maken met arrogant bewakingspersoneel van een flatgebouw, dat hem 25 trappen op wil laten lopen, omdat de dienstlift stuk is. Uiteraard stapt hij één-hoog in de lift “voor cliënten”.
De motoboys van São Paulo vormen een soort broederschap. Als Herácles een ongeluk met een andere motoboy tegen komt, krijgt hij onmiddellijk het verzoek om met een stel collega’s ter plaatse de achtervolging van de dader in te zetten. Hij wil niet, want hij is al laat en vreest complicaties. Na enig aandringen zeggen de collega’s dat hij dan bij de gewonde moet blijven. (Deze broederschap bestaat echt. Mijn schoonzuster raakte ooit licht een motoboy en binen enkele minuten stonden er twintig om haar heen.)
Of je het echt van die collega’s moet hebben is nog maar de vraag, want met wat morele chantage (“je wilt toch niet je collega’s voor het hoofd stoten op je eerste dag?”) schakelt een van Herácles’ collega’s hem in voor het afgeven van drugs. Zijn neef, die ook bij het bedrijf werkt, vraagt hem zelfs om de ring bij zijn ex te gaan halen.
Uiteindelijk verloor de film hier zijn geloofwaardigheid, vond ik. Waarom zou Herácles zijn baan op het spel zetten door alles maar te accepteren op zijn eerste dag? Waarom gaat hij zelfs, ondanks de waarschuwingen, op zijn eerste dag al wat ritjes voor zichzelf maken? Dat is zelfs voor een wat dromerig, naïef type als Herácles wat te veel om geloofwaardig te zijn.
Kortom: wie nieuwsgierig is naar de wereld van de motoboy in São Paulo ziet een interessante film met prima acteurs en boeiende beelden van São Paulo vanaf de motor. Helaas niet aan de hand van een erg geloofwaardig verhaal.
Index Braziliaanse cinema | Meer Brazilië | Contact