British flag  Bandeira brasileira
Plaatje familiewapen De Munnick

Plaatje Braziliaanse vlag

Braziliaanse cinema:
Xingu: de indianen delven altijd het onderspit

Bert Ernste

April 2012

Foto eerste ontmoeting blanken en indianenDe film Xingu (2012) van Cao Hamburger (Het jaar dat mijn ouders op vakantie gingen) vertelt het ware verhaal van de gebroeders Villas Bôas, die zich in 1943 aanmeldden voor de Expeditie Roncador-Xingu, die de witte vlekken op de kaart van Brazilië in Mato Grosso moest inkleuren.

De broers, Cláudio, Orlando en Leonardo doen zich voor als ongeletterde arbeiders en krijgen een baantje bij de expeditie. Ze klimmen al snel op tot leiders van de expeditie en voorvechters van de belangen van de indianen. Dat bleven Cláudio en Orlando tientallen jaren doen. Leonardo moest zijn werk opgeven, toen hij een indiaanse zwanger maakte.

Het opkomen voor de belangen van de indianen is geen sinecure, zoals de film laat zien, want de ‘beschaving’ rukt op. Grootgrondbezitters hebben een begerig oog laten vallen op het regenwoud, dat ze uitermate geschikt achten om te rooien en er vee te houden. De militaire regimes, die Brazilië een tijd lang kende, steunen die belangen maar al te graag.

De gebroeders Villas Bôas moeten dan ook politiek bedrijven en compromissen sluiten. Zo accepteren ze dat de militairen een basis vestigen in Mato Grosso in ruil voor een groot indianenreservaat, dat ze -tactisch- niet een ‘inheems park’ noemen, “want niemand houdt van indianen”, maar een ‘nationaal park’, “want de militairen houden van de term nationaal”.

Als er een grote weg door het regenwoud moet worden aangelegd, zijn de gebroeders behulpzaam bij het verhuizen van de indianen, die anders geconfronteerd zouden worden met tractoren en ziektebrengende arbeiders, naar het beschermde gebied.

Compromissen dus, dat is overduidelijk, maar het is zeer waarschijnlijk dat zonder de inspanningen van de gebroeders Villas Bôas korte metten gemaakt zou zijn met de indianen, die in de weg zaten van militaire bases en de Trans-Amazoneweg. In die zin valt hun succes niet te onderschatten. In het Parque Nacional do Xingu wonen nu zesduizend indianen, die tien verschillende talen spreken. Om een idee te geven: in het park wonen cuicuros, calapalos, nauquás, matipuís, meinacos, auetis, uaurás, iualapitis, camaiurás, trumaís, txicãos, suiás, jurunas, caiabis, metotires, mencragnontires en crenacarores.

Omslag boek De mars naar het westen De film laat maar heel even zien hoe er ook in Brazilië vaak grof geweld is gebruikt tegen de indianen. Orlando komt in een dorp, dat is uitgemoord en afgebrand. Een tactiek uit die tijd, die niet in de film te zien is, was vanuit een vliegtuig suiker over een indianendorp strooien. Mieren maken dan in zeer korte tijd een einde aan zo’n dorp. Er komt in Brazilië nog steeds veel geweld voor tegen indianen.

Het verhaal van de gebroeders Villas Bôas is ook door henzelf verteld in A marcha para o Oeste (De mars naar het westen). De film Xingu kleurt die geschiedenis op uiterst realistische en indringende wijze in. Je voelt de spanning van het eerste contact (aan beide zijden - uiteraard). De beelden uit het regenwoud, van de expeditie en de indianen zijn prachtig.

De film kent enkele scènes, die wat simplistisch zijn, zoals de onderhandelingen over een militair kampement in ruil voor een park en een discussie tussen de broers over meespelen met de autoriteiten.

Xingu is, in elk geval voor de goede verstaander, helder: er is heel veel bereikt door de Villas Bôas en dat tegen grote krachten in, maar de economie wint uiteindelijk en de indianen delven het onderspit.

Daarmee is Xingu een hele sterke, maar geen opwekkende film. Voor wie zijn ogen niet wil sluiten voor de realiteiten van deze wereld evenwel een absolute aanrader!

Index Braziliaanse cinema | Meer Brazilië | Contact