Sleutelen aan de Kever
Verbeterde kwaliteit in São Paulo
Bert Ernste
Keverwereld juni 2009
Jan van de Ven (84) woont al bijna 60 jaar in São Paulo en koestert zijn in Brazilië gebouwde Volkswagen Kever (Fusca zeggen ze in Brazilië) 1500 uit 1972. Nou ja, koestert, hij bouwt en verbouwt van alles aan zijn Kever, zodat hij niet meer in originele staat is. Wie houdt van een mooi gerestaureerde Kever in originele optima forma, moet misschien niet verder lezen, want er is heel wat gebeurd met deze Fusca.
‘Ik heb twee principes bij alles wat ik aan de Kever doe’, vertelt Van de Ven, ‘ik wil hem zo zuinig mogelijk maken en reparaties moeten zo eenvoudig mogelijk zijn. Geen gedoe met speciaal gereedschap of gespecialiseerde apparatuur. Je moet overal en altijd met gewone gereedschappen je auto kunnen maken. Daarom heb ik bijvoorbeeld in de centrale tunnel gaten gemaakt van vijf bij twintig cm. De auto wordt er lichter door en dus zuiniger en ik kan veel gemakkelijker bij de versnelling en het mechanisme van de handrem. Alles wat ik doe, doe ik tegen minimale kosten, met restmateriaal en dingen, die ik zelf maak.’ Van de Ven heeft in zijn werkzame leven altijd in de techniek gewerkt, onder meer bij Philips en SKF. Toen hij begin jaren vijftig van vorige eeuw vanuit Brabant naar Brazilië ging, werkte hij eerst op de Nederlandse landbouwkolonie Holambra, maar hij koos er uiteindelijk voor om in de niet-agrarische sector te gaan werken. Hij heeft ze in Holambra nog voorgesteld om een benzinepomp te beginnen. Holambra ligt aan de (toen nog aarden) weg tussen Campinas en Mogi Mirim, nu een belangrijke verkeersader. De toenmalige directie was gericht op landbouw en zag er niets in.
Lichter
Van de Ven heeft inmiddels meer dan 100 kilo van zijn Kever af weten te halen. De
kenners zagen natuurlijk al dat er een stukje van de spatborden is afgehaald. In de
velgen en op diverse plaatsen in de carrosserie heeft Van de Ven extra gaten geboord.
Achter de achterbumper zit een rij gaten met een doorsnede van maar liefst tien
centimeter. De treeplank heeft hij gehalveerd. ‘De oude treeplanken maakten je
broek maar vuil’, zegt van de Ven. Ook de bumpers zijn kleiner gemaakt. Om ze
toch nog een beetje een normaal aanzien te geven, zijn ze voorzien van een rubber
strip. Verder haalde hij bij de voorwielen drie bladveren weg. ‘De wegen in
São Paulo zijn tegenwoordig goed genoeg.’ Ook verving hij de reserveband
door een dunnere met dezelfde diameter, een zogenoemd thuiskomertje. Die zijn in
Brazilië echter niet meer toegestaan.
Van de Ven vindt het echt een sport om zijn Kever zo zuinig mogelijk te maken en vervolgt enthousiast: ‘De oude vulling van de bekleding heb ik vervangen door schuim uit een oude matras. Dat is veel lichter. De benzinetank aan de voorkant heb ik weg gehaald. Er zit nu een kleine benzinetank van vier liter onder de hoedenplank. Als ik verder weg moet, moet ik natuurlijk wel een losse jerrycan meenemen. Daar heb ik een speciaal hoekje voor. Voor de zekerheid heb ik in de kofferbak vóór wel een fles met een extra liter benzine. De originele krik heb ik vervangen door een andere, die maar half zo zwaar is. Die zit samen met de gevarendriehoek op een speciaal gemaakte steun net voor de reserveband. De oorspronkelijke ruitensproeier, die op luchtdruk werkte, heb ik vervangen door een elektrische (reservoir links op de foto).’
‘De accu is ook naar achteren geplaatst en zit nu achter de achterbank.
Dat is veel gemakkelijker in onderhoud. Daar zit ook een centrale schakelaar, waar alle
elektriciteit mee uitgeschakeld kan worden. Ik heb de hele elektrische installatie
vervangen en uitgebreid. Vrijwel elk onderdeel van de installatie is nu apart
gezekerd.’ Uiteraard heeft deze Kever nu ook een derde remlicht. Onder de
hoedenplank zitten ook andere voorzieningen, simpele dingen, maar als je ze nodig hebt
heel erg nuttig: van links naar rechts een lege fles en een paraplu, daarnaast opgerold
een plastic regenjas (het kan in Brazilië zéér heftig regenen),
allemaal keurig vastgezet, en daarnaast de benzinetank.
Technisch
‘Aan de motor heb ik ook het nodige gedaan. De benzinepomp heb ik weg gehaald. De
benzine loopt nu gewoon door op zwaartekracht. De carburateur heb ik aangepast, zodat
de auto zuiniger loopt. Er zit een tweede bobine in de auto gemonteerd, voor het geval
de andere het begeeft. Mocht het nodig zijn, dan hoef ik de draden alleen maar aan de
andere bobine vast te maken. Verder heb ik een grotere leiding gemaakt om met
uitlaatgassen de benzine te verwarmen. Daardoor kan ik ook met een mengsel van benzine
en alcohol rijden. (In Brazilië wordt veel op alcohol of een mengsel van benzine
en alcohol gereden.) De krukas heb ik van een extra steun voorzien, zodat de lagers
minder te lijden hebben.’
Van links naar rechts: de motor, de twee bobines, de grotere verwarmingsbuis, de steun
op de krukas.
‘De motorkap heb ik anders opgehangen, zodat ik hem aan de bovenkant een stukje open kan zetten voor een betere koeling in dit warme land (foto rechts). In de bodemplaat zitten ook ventilatiegaten. Het kan in Brazilië immers erg warm zijn en het is een luchtgekoelde motor. Het middenstuk van de carrosserie, dat direct onder de motorkap zit, is demontabel gemaakt. Daardoor kan ik de motor veel gemakkelijker uit de Kever te halen dan vroeger.’
Het instrumentenpaneel
is grotendeels origineel. Wel is een temperatuurmeter voor de olie toegevoegd
(linksboven). Midden onder het dasboard zit een klein, uitschuifbaar steuntje om
eventueel onderweg een notitie te maken. De ballpoint staat al klaar. Boven het
schrijftafeltje zit een uit Nederland afkomstig bordje: rijjijofrijik.
Begrijpelijkerwijs is de verbazing over dit taalgrapje in Brazilië, waar ze de
lange ij niet kennen, nog veel groter dan in Nederland. De radio ontbreekt. De linker
knop in het ‘radiopaneel’ zorgt voor contact, omdat de contactsleutel het
op dit punt soms laat afweten. De rechterknop bedient de ruitenwissers. Rechts op de
foto is nog een deel van een sticker van Radio Nederland Wereldomroep te zien. Ook zit
er een NL-teken op de auto. Toch zou Van de Ven voor geen goud meer in Nederland willen
wonen. Hij heeft duidelijk zijn plek in Brazilië gevonden.
‘Diefstal is in Brazilië een probleem’, vervolgt Van de Ven. Er zit
daarom een ketting aan de voorbumper vast, waarmee ik de kofferbak extra kan
afsluiten.’ Ook de extra gaten om gewicht te sparen zijn op de foto zichtbaar.
Bij de versnellingspook zit een beugel met hangslot, waarmee de pook kan worden
vastgezet. De versnellingspook is trouwens ingekort en meer naar achteren geplaatst.
Ook de handrem is korter gemaakt. Allemaal (mede) om gewicht te sparen. ‘Omdat
een dief via het ventilatieraampje zo in het handschoenenvak kan komen, heb ik onder
het dasboard, bij de voeten van de passagier een plankje gemaakt voor losse spullen. Zo
ver kan een dief niet reiken. Uiteraard heb ik daar ook verlichting gemaakt.’
Omdat je via de ventilatieraampjes bij de handles voor het openen van de deur kunt,
heeft Van de Ven ook daar maatregelen genomen. De deur van de passagier kun je met een
ouderwetse grendel op slot doen. Achter de asbak bij de achterbank zit de schuif, een
metalen pen met een gebogen eind (foto links), die je door de deurpost in de deur kunt
steken (foto midden). De portierhandle aan de kant van de bestuurder is simpelweg
onklaar gemaakt. De deur wordt nu bediend met een handle die verborgen zit in de
portierzak (foto rechts). De ronde metalen schijf dient om een brandgat te
verbergen.
Een grappig detail zijn de richtingaanwijzers aan de achterkant. Van de Ven heeft daar een pijltje in aangebracht. Omdat het knipperrelais niet altijd goed werkte, knippert hij tegenwoordig gewoon met de hand.
APK
‘Het probleem is dat ze in Brazilië nu werk gaan maken van een soort
APK-keuring’, zegt Van de Ven. Ze hebben niet genoeg keuringsstations, dus ik ben
voorlopig nog niet aan de beurt, maar ik betwijfel of hij nog door de keuring
komt.’ Dat is nog optimistisch uitgedrukt. Hoewel hij nauwelijks meer rijdt, zou
het jammer zijn als Van de Ven de garage helemaal niet meer uit mag met zijn Kever. Al
geeft hij zelf natuurlijk toe dat de auto niet meer voldoet aan de wettelijke
eisen.
Zo heeft Van de Ven door de jaren heen al heel wat uurtjes in de
garage doorgebracht. Daar kan hij helemaal in op gaan. Restaurateurs van Kevers zien
het natuurlijk met lede ogen aan dat deze Kever zo is veranderd. Van de Ven knutselt
echter met even veel liefde aan zijn verbouwingen als een restaurateur aan het
origineel maken en houden van zijn Kever. Met trots wijst Van de Ven op de
(Nederlandse) tekst achter een van de ramen: verbeterde kwaliteit. ‘Ik zou niet
weten wat ik moest doen, als ik mijn Fusca niet had.’
Meer Brazilië | Index artikelen | Contact