Oppositie Brazilië overschreeuwt zich
Bert Ernste
Februari 2010
Het in december 2009 door de Braziliaanse president Luiz Inácio Lula da Silva getekende
decreet over het derde mensenrechtenprogramma leidde tot een storm van protest. Dat protest klinkt
nogal schril en is grotendeels te verklaren vanuit de vrees dat de Arbeiderspartij dank zij
Lula’s populariteit ook de volgende presidentsverkiezingen (oktober 2010) zal winnen.
Met het mensenrechtenprogramma geeft de regering-Lula aan hoe ze mensenrechten in brede zin wil vertalen naar concrete maatregelen. Het bouwt voort op twee soortgelijke programma’s van de regeringen van president Fernando Henrique Cardoso. Het conservatieve weekblad Veja sprak van een ‘staatsgreep per decreet’, mediaorganisaties beschuldigden de regering ervan censuur te willen instellen, de militaire top dreigde op te stappen vanwege de voorgestelde ‘waarheidscommisie’ en de conservatieven in de katholieke kerk liepen te hoop tegen homorechten en legalisering van abortus. De regering zou volgens critici zelfs een ‘populistisch-autoritair regime’ willen vestigen.
Overzicht
Om een idee te geven van de plannen een kort overzicht van het derde mensenrechtenprogramma:
Het mensenrechtenprogramma van de regering-Lula wil de democratische interactie tussen staat en burger (met name de zogenoemde civil society) versterken. Meer ‘participatieve democratie’ dus. Onder leiding van de Arbeiderspartij (Partido dos Trabalhadores, PT) van president Lula is in de hoofdstad van de deelstaat Rio Grande do Sul, Port Alegre, een interessant experiment gedaan, waarbij het gemeentebestuur de begroting opstelde in samenspraak met allerlei geledingen uit de samenleving. Toegegeven, in 2004 verloor de PT de meerderheid in Porto Alegre.
Verder wil het programma maatregelen nemen om meer mensen deel te laten nemen aan de economie. Daartoe wil de regering programma’s tegen armoede uitbreiden bijvoorbeeld de programma’s Fome Zero (Nul honger) en Bolsa Família (subsidie voor arme gezinnen, die hun kinderen op school houden in plaats van ze te laten werken of ze voor broertjes en zusjes te laten zorgen), die ondanks uitvoeringsproblemen een goed effect hebben en nieuwe opzetten. Ook wil de regering lokale en duurzame projecten, coöperaties, associaties en kleine en microbedrijven steunen om de economische ongelijkheid tussen regio’s te verkleinen. Grote inkomens worden meer belast.
De regering wil de ongelijkheid op alle terreinen bestrijden. Dat is nogal een pakket. Het gaat om de discriminatie van minderheden, maar ook om de economische ongelijkheid, waarbij bijvoorbeeld arme landloze boeren geen middelen van bestaan hebben. De regering wil de landhervorming versterken en vestigingen van kleine boeren steunen met krediet en technische hulp. De criteria voor het onteigenen van land, met name het criterium voor de mate waarin land benut wordt en het criterium om te bepalen of land wel efficiënt gebruikt wordt, moeten geactualiseerd worden. De basisgezondheidszorg moet versterkt en er komt beleid om ziektekostenverzekeringen met name voor ouderen goedkoper te maken. Kinderarbeid en (bijna-)slavernij moeten uitgeroeid worden.
In een ander hoofdstuk wil de regering de openbare veiligheid in Brazilië verbeteren en de toegang tot de rechter voor iedereen beter waarborgen. Met name het aantal doden door politieoptreden en in de gevangenissen van Brazilië moet sterk omlaag.
Op scholen en in openbare diensten moet meer aandacht komen voor mensenrechten. Het programma voorziet verder in het recht op democratische media en toegang tot informatie. Mediabedrijven zullen gecontroleerd worden op inhoud en kunnen hun machtiging verliezen, als ze niet aan de (nog op te stellen) criteria volden.
Het mensenrechtenprogramma van de regering Lula wil verder onderzoek doen naar martelingen door de strijdkrachten tijdens het militaire regime. Tussen 1964 en 1985 kende Brazilië een militair bewind. Dat was minder bloedig dan de generaalsregimes in Argentinië en Chili, maar ook in Brazilië werden leden van de oppositie opgepakt, gemarteld en vermoord. Al in 1979, dus nog tijdens en door het militair bewind is een algemene amnestie afgekondigd voor politieke misdaden begaan tussen 1961 en 1979. Er is nooit een loutering geweest zoals in Zuid-Afrika met zijn waarheidscommissies. Ook in Argentinië en Chili is op dat gebied veel meer gedaan dan in Brazilië, waar het probleem is weggedrukt.
Militairen
Het plan voor een waarheidscommissie leidde onmiddellijk tot een heftige reactie van de
minister van defensie en de militaire top, die dreigden af te treden. De militairen hebben
in Brazilië nog steeds grote invloed op de politiek. President Lula haalde meteen bakzeil.
Ook gewapende linkse groepen uit de tijd van het militaire regime zullen onderzocht worden.
Minister van mensenrechten Paulo Vannuchi heeft de strijdkrachten al om de dossiers uit de tijd van het militaire regime gevraagd. De militairen beweren dat die grotendeels verloren zijn gegaan. De strijdkrachten hebben vaker moeite met openheid. Ze weigeren zelfs om de dossiers uit de Oorlog met Paraguay te openen en die is al meer dan honderd jaar geleden.
Het Braziliaanse hooggerechtshof studeert op de vraag of de amnestie, die de militairen kregen, ook geldt voor het ontvoeren, martelen, vermoorden en verkrachten van politieke gevangenen.
Censuur?
Een ander heet hangijzer is dat de regering Lula een mechanisme wil instellen om invloed uit
te oefenen op de media. Het mensenrechtenprogramma is nog algemeen. Daar staat niet veel
meer in dan dat de media niet mogen aanzetten tot het schenden van mensenrechten.
Programma’s of artikelen die daartoe aanzetten moeten worden aangepakt. Zo algemeen
gesteld, kun je daar nauwelijks tegen zijn.
Ook is er niets vreemds aan het feit dat een zendvergunning of vergunning voor het uitgeven van een krant (of welk medium dan ook) eisen worden gesteld, bijvoorbeeld over het soort programma’s dat wordt uitgezonden. Denk aan een verplichting om een deel van de zendtijd op televisie te besteden aan educatieve programma’s en een ander deel aan cultuur. Dat is in andere landen ook gebruikelijk en uiterst nuttig als je wilt vermijden dat commerciële omroepen uitsluiten pulp gaan uitzenden, omdat dat de meeste kijkers trekt. Dat geldt zeker in een land, waar de overgrote meerderheid van de bevolking informatie voornamelijk van de televisie krijgt.
Tegenstanders beweren dat de regering-Lula een populistisch-autoritair bewind wil vestigen, compleet met censuur. Boze tongen beweren zelfs dat de regering Lula een regeringsvertegenwoordiger met vetorecht op de reacties wil plaatsen, maar daar is geen enkele aanwijzing voor.
De heftige reacties uit conservatieve hoek moeten dan ook gezien worden als een poging tot beschadiging van de regering-Lula. Het zal wel met de presidentsverkiezingen later dit jaar te maken hebben. Met feiten heeft het niets van doen, want het mensenrechtenprogramma dat hier wordt voorgesteld moet nog worden uitgewerkt. Overigens is het wel waar dat de politieke partij van president Lula, de Partido dos Trabalhadores (PT, Arbeiderspartij), wel eens moeite heeft met vrije media. Ook president Lula blijkt niet altijd tegen kritiek van de pers te kunnen.
Landrechten
Een ander heet hangijzer zijn de landrechten. Het mensenrechtenprogramma wil dat in het geval
van een landbezetting door landloze boeren de grondbezitter eerst moet overleggen met de
bezetters (mediation), voordat hij naar de rechter kan om zijn grond op te eisen. Het
is juridisch op zijn minst opmerkelijk om de rechter (in eerste instantie)
buiten spel te zetten. Sommigen stellen dat het tegen de grondwet is, waar de scheiding der
machten (de wetgevende, uitvoerende en rechterlijke) is geregeld. Echter, ook hier geldt dat
de plannen van de regering nog niet zijn uitgewerkt.
Dat de regering Lula iets wil doen aan de conflicten rond landbezit, is trouwens wel logisch. Er zijn in Brazilië wel wettelijke mogelijkheden om braak liggend land te bezetten en te ontginnen. Probleem is dat deze wetten, zoals vele in Brazilië, niet nageleefd worden. In Brazilië bestaan nog steeds pistoleiros, gewapende handlangers van grootgrondbezitters, die korte metten maken met oppositie. Ze komen daar maar al te vaak mee weg door een onderbetaald en te klein politieapparaat en corruptie. Overigens bestrijd je dat soort problemen niet door nieuwe wetten uit te vaardigen.
Probleem is ook dat de beweging van landloze landarbeiders (Movimento dos Trabalhadores Rurais Sem Terra, MST), die regelmatig bezettingen van landbouwgrond organiseert, lang niet altijd uit is op het in cultuur brengen van de gronden. De beweging richt nogal eens vernielingen aan, in plaats van op te bouwen. Dat wordt dan wel weer sterk uitvergroot in de pers, terwijl het probleem van het grootgrondbezit relatief weinig journalistieke aandacht krijgt in Brazilië.
Onterechte kritiek
De oppositie beweert dat president Lula in het laatste jaar van zijn presidentschap een
autoritair-populistisch bewind wil vestigen. Sommigen verwijzen daarbij naar het voorbeeld
van president Hugo Chávez van Venezulea. Lula is echter beslist geen Chavez, alleen al
omdat hij in zijn ambtsperiode het neoliberale economische beleid van zijn voorganger heeft
voortgezet.
Wat betreft het mensenrechtenprogramma heeft de oppositie zich ver overschreeuwd. Er zijn (nog) geen redenen om de beleidsvoornemens te kraken. De uitwerking ontbreekt. Maar het schreeuwen werkt wel. De televisiejournaals toeterden de onterechte kritiek op het mensenrechtenprogramma van president Lula flink rond, zonder zich om de argumentatie te bekommeren. Betere journalistiek is in Brazilië zeker nodig. De vraag is of het de staat is, die dat moet gaan afdwingen.
Heeft de oppositie helemaal ongelijk? Ja, in de zin dat er nog geen enkele reden was om van de verzonnen doemscenario’s uit te gaan. Nee, in de zin dat de Arbeiderspartij van president Lula een radicale vleugel kent, die waarschijnlijk wel autoritair zou willen zijn op de manier van president Hugo Chávez van Venezuela, als ze de kans zou krijgen.
Het is de verdienste van president Lula dat hij de vleugels van zijn partij achter zijn gematigde beleid heeft weten te krijgen. Gevolg van het schipperen in het parlement, waar zijn partij geen meerderheid heeft, is wel dat Lula weinig zaken structureel heeft aangepakt. Aan de problemen van de armoede, van de indianen die steeds verder teruggedrongen worden, van de grootgrondbezitters die grosso modo hun gang kunnen gaan, en van het het milieu (behoud regenwoud) is relatief weinig gedaan.
Lula gematigd
Lula heeft voornamelijk op de winkel gepast, die zijn voorganger Fernando Henrique Cardoso
had opgezet. De Braziliaanse politieke verhoudingen, waarbij de Arbeiderspartij van Lula geen
meerderheid heeft in het (corrupte) parlement, maakten een doortastender beleid ook wel heel
erg moeilijk. Sommige critici menen evenwel dat Lula zijn grote populariteit beter had
kunnen benutten en veel meer had kunnen doen, als hij niet zo compromisgericht was geweest.
President Lula, niet herkiesbaar bij de presidentsverkiezingen van oktober 2010, is er nu vooral op uit om de gedoodverfde, maar nog niet officieel aangekondigde presidentskandidaat van de Arbeiderspartij Dilma Rousseff, Lula’s stafchef, te lanceren. De verkiezingscampagne is (officieus) begonnen, wat waarschijnlijk ook de zwaar overtrokken reactie van de oppositie op het mensenrechtenprogramma verklaart.
Zie ook Hoe rood is Latijns Amerika?