Als gastarbeiders voor het vieze, zware en gevaarlijke werk
Braziliaanse ‘nissei’ terug naar Japan
Bert Ernste
NRC Handelsblad 6 maart 1990
De rijen bij de Japanse consulaten in Brazilië worden de laatste jaren steeds langer. Een groeiend aantal Brazilianen van Japanse afkomst wil naar Japan en een steeds groter deel daarvan maakt van een toeristenvisum gebruik om in Japan werk te zoeken. Na een paar jaar komen de Japanse Brazilianen terug naar Brazilië om van hun spaargeld te genieten.
Vrijwel geen enkele Braziliaan van Japanse afkomst wil voorgoed terug naar Japan. Japan is voor hen te gedisciplineerd en te gehaast. Volgens de Japanse consul in São Paulo, Nobuhiko Kaho, werken nu ongeveer 40.000 Japanse Brazilianen in Japan.
In Brazilië worden ze nissei genoemd, de Brazilianen van Japanse afkomst. Aan het begin deze eeuw kwamen de Japanners in grote getale naar Zuid-Amerika. In het historisch museum van de Japanse immigratie in Brazilië is te zien hoe indertijd speciale schepen werden gebouwd voor de immigranten, zoals de Brasil Maru met plaats voor ruim 900 passagiers. De Japanners kwamen als contractarbeiders voor de koffieplantages in São Paulo. Na een aantal jaren op de plantages te hebben gewerkt om hun reis terug te verdienen, waren ze vrij om voor zichzelf te beginnen.
De meeste Japanse immigranten begonnen daarna in de tuinbouw. Veel groentes die nu als inheems worden gezien in Brazilië kwamen oorspronkelijk uit Japan. De Japanners beheersen tegenwoordig de groentemarkt voor groot São Paulo, een regio met tegen de twintig miljoen inwoners.
Nu zijn Japanse Brazilianen te vinden in alle soorten beroepen, in gemeenteraden en in de regering. De gemeenschap van Japanse afstammelingen in Brazilië telt bijna l,2 miljoen mensen. Vrijwel niemand van de Japanners in Brazilië nam de moeite om voor hun kinderen de Japanse nationaliteit aan te vragen. De meeste nissei spreken zelfs geen Japans meer. En alleen door hun grotere werklust en hun oosterse trekken onderscheiden ze zich nog van de andere Brazilianen.
Met de hollende inflatie in Brazilië (in februari 72 procent) is geld verdienen steeds moeilijker geworden en steeds meer Japanse Brazilianen proberen een paar jaar in Japan te gaan werken om dan met de nodige dollars op zak terug te komen.
“In Brazilië heb je dromen, maar je kunt ze niet waarmaken”, klaagde Nelson, een Braziliaan van Japanse afkomst. Binnenkort gaat hij het in Japan proberen. In Japan is het gemiddelde inkomen per hoofd van de bevolking 15.000 dollar per jaar, in Brazilië 2.440 dollar.
Japan ziet de Brazilianen graag komen, want het heeft gebrek aan handarbeiders. Het werk dat de Brazilianen in Japan doen is dan ook het werk van de drie ‘ki’s’: kitani, kiken en kitsul: vies, zwaar en gevaarlijk.
Katsunori Wakisaka, directeur van het Centrum voor Japans-Braziliaanse studies in São Paulo: “De Brazilianen van Japanse afkomst komen niet te werken bij de grote bedrijven van naam zoals Toyota en Nissan. Ze werken bij de kleine toeleveringsbedrijfjes, waar de omstandigheden vaak slecht zijn. Veel van de Brazilianen in Japan slapen in slaapzalen omdat de huren hoog zijn en maken veel overuren om extra geld te verdienen. De meeste Brazilianen hebben liever niet te veel omgang met hun Japanse collega’s. Andersom geldt hetzelfde.”
Wakisaka is zelf als klein kind naar Brazilië gekomen en later Braziliaan geworden. Hij spreekt en schrijft nog steeds Japans en komt regelmatig in het land van de rijzende zon maar is zeer kritisch over zijn vroegere vaderland.
“De Japanners zijn absoluut niet voorbereid op de omgang met buitenlanders in hun eigen land. In Japan heerst nog steeds het idee dat de Japanners een uniform, homogeen volk vormen.” Volgens Wakisaka is in Japan op dit moment een proces gaande waarbij de Japanners zich opnieuw van de wereld afsluiten.
“De nationale trots is goed als die naar binnen is gericht, maar naar buiten toe wordt nationale trots arrogantie”, zegt Wakisaka, die niet schroomt om het woord racisme te gebruiken als hij het over Japan heeft. De Braziliaanse gastarbeiders zijn economisch nodig maar worden ondanks hun Japanse afstamming als buitenlanders gezien in Japan.
De Brazilianen kunnen vrij gemakkelijk en langdurig een verblijfsvergunning krijgen als zij kunnen aantonen van Japanse afkomst te zijn. Het opgeven van een of ander familielid is meestal voldoende.
Veel Brazilianen sparen in Japan geld, zoals Minoro Shiomoto uit Moji das Cruzes in de deelstaat São Paulo. Hij weet per maand zo’n 2.300 dollar opzij te zetten dank zij veel overwerk. António Takase uit São Paulo spaart ongeveer 1.500 dollar per maand. “In het begin was het zwaar, maar daarna raakte ik eraan gewend.”
Een enkeling beklaagt zich over de reisbureaus die de contracten regelen en net als een uitzendbureau een deel van het loon inhouden als commissie. Als de Brazilianen eenmaal in Japan zijn aangekomen houdt het bedrijf waar ze gaan werken soms nog geld in voor kost en inwoning. In enkele gevallen onderzocht de Braziliaanse politie de klachten tegen de bemiddelaars.
Een aparte groep Brazilianen bestaat uit vrouwen die teruggaan naar Japan om daar oudere mensen te verzorgen. Daarmee kunnen zij tot 4.000 dollar per maand verdienen, wat voor Braziliaanse begrippen een astronomisch bedrag is. De vrouwen die dat werk willen doen komen meer dan geïsoleerd levende fabrieksarbeiders in aanraking met de Japanse samenleving.
In São Paulo volgen zij daarom een cursus om te weten hoe zij zich in Japan moeten gedragen. Daar leren ze dat vrouwen zich onderdanig moeten gedragen en niet in discussie mogen gaan met mannen. Dat is wat anders dan de positie van de vrouw in Brazilië, en aan het einde van de cursus heeft een derde afgehaakt.
Gezien de culturele verschillen zijn er vrijwel geen Brazilianen van Japanse afkomst die voorgoed terug zouden willen naar Japan. Walter Tamura, de secretaris-generaal van de Japanse Kamer van Koophandel in São Paulo, vindt het interessant om naar Japan te gaan voor een kortere tijd, maar zou er niet willen wonen. Hij vindt de Japanners te gehaast en de discipline in Japan te rigide.
“Ik zal je een voorbeeld geven. Ik zat in Tokio in een restaurant voor zakenlieden. In de tijd dat ik een maaltijd heb gegeten, waren aan de tafel naast de mijne al drie maaltijden besteld, opgegeten en afgerekend. Dat ritme is niets voor mij.”
Meer Brazilië | Index artikelen | Contact