British flag  Bandeira brasileira
Plaatje familiewapen De Munnick

Plaatje wereldbol

Nederlands Indië: geschiedenis die vervaagt

Bert Ernste

Mei 2013

Postzegel Nederlandsch 
	Indië Nederlands Indië, Nederlands grote kolonie in de Oost, maakt deel uit van mijn culturele bagage. Ik had een oma, die geboren was in Fort de Kock (nu Bukittinggi genaamd) op West Sumatra. Haar man, de opa die ik nooit heb gekend, was geboren in Batavia (nu Djakarta) als zoon van een officier van het KNIL (Koninklijk Nederlands Indisch Leger).

De moeder van mijn oma werd in Indië op jonge leeftijd weduwe en moest in haar levensonderhoud voorzien. Ze begon een naaischool, die in een krantenartikel uit die tijd als voorbeeld werd gesteld van een zelfstandige vrouw.

Een eerdere voorvader, O.M. de Munnick, was zijn carrière in de koloniale bestuursdienst geëindigd als gouverneur van West Sumatra. Er is een mooi statieportret van hem in de familie. Zijn carrière beschreef hij in het ondanks de titel zeer leesbare Mijn ambtelijk verleden.

In de jaren twintig van vorige eeuw werd mijn opa als marineofficier in Soerabaja in Indië geplaatst en ging het gezin, inclusief mijn toen vierjarige vader enkele jaren wonen in Malang.

Er werd in de familie ook wat gemompeld over Indisch bloed in de aderen. Mijn oma had duidelijk Indische trekken, maar het fijne daarvan wist niemand. Hoewel er niet vaak of uitvoerig over Indië werd gesproken, was Nederlands Indië in mijn jeugd toch een zeer levend begrip.

Kaart van Nederlands Nieuw-GuineaOp mijn tiende woonde ik een klein jaar op Nederlands Nieuw-Guinea, dat door Nederland buiten de onafhankelijkheid van Nederlands Indië (uitgeroepen in 1945, door Nederland pas erkend na bloedige strijd in 1949) was gehouden. Nederland voerde over die laatste kolonie in de Oost een koloniaal oorlogje. Daarmee kreeg ik uiteraard opnieuw het een en ander mee van onze koloniale tijd. Op school op Nieuw-Guinea oefenden we met luchtalarm.

Ook in de jeugdboeken die ik las kwam Indië nogal eens voor zoals in De Katjangs en Hoe de Katjangs op de kostschool van Buikie kwamen van J.B. Schuil. Soms was de link met Indië indirect zoals in Rob en de stroper van Tjot Idi, eveneens van van J.B. Schuil, waarin de door zijn klasgenoten ‘doodverklaarde’ Rob bevriend raakt met een oud-militair uit Indië, nu stroper, die een nagebouwd Indisch kampement bewoont. Die figuur van de oud-koloniaal maakte diepe indruk op mij.

Met die achtergrond ging ik in de jaren zeventig studeren, toen de zogenoemde derdewereldbeweging in Nederland opgeld deed. Veel progressieve Nederlanders waren toen actief in landencomité’s, die solidair waren en campagne voerden voor ontwikkelingslanden (‘derde wereld’). Hans Beerends schreef Tegen de draad in, een boek over de derdewereldbeweging. ([Kritische] bespreking)

Toen al vond ik het interessant om naast analyses van armoede en onderdrukking ook romans te lezen uit die landen. Daarin speelde logischerwijs de koloniale tijd een grote rol. Wat Nederlands Indië betreft komen natuurlijk namen op als Hella Haase (onder andere Oeroeg, Heren van de thee), Louis Couperus (De stille kracht), Adriaan van Dis (Indische duinen), Maria Dermoût, Paula Gomes, Jeroen Brouwers en vele, vele anderen.

Foto van P.A. Daum. Bron Wikepedia: https://nl.wikipedia.org/wiki/Paul_Adriaan_DaumVervagende geschiedenis
Recentelijk, zeg de laatste tien jaar, merk ik dat die koloniale tijd steeds verder weg lijkt. Logisch, want er is meer tijd verstreken, maar het voelt alsof er een drempel is overschreden en een deur dicht gegaan, waardoor Nederlands Indië niet meer tot onze recente geschiedenis behoort, zoals dat een aantal jaren terug nog wel het geval was. Ook in de media meen ik die tendens te bespeuren, al kan dat natuurlijk projectie van mijn eigen beleving zijn.

Leuk was het daarom om via een blog herinnerd te worden aan de schrijver P.A. Daum (foto van Wikipedia). Ik had al enkele boeken van hem, maar kocht er nog een paar en las die meteen: De van de Linden’s en Nummer elf. Daum beschreef vooral het leven van ‘totoks’ (Nederlanders) en Indo-europeanen, van ambtenaren, planters en militairen. De Indonesiër komt slechts marginaal in zijn verhalen voor, wat op zich al iets zegt over de koloniale samenleving, waarin de verschillende bevolkingsgroepen (rassen) nogal gescheiden optrokken.

Voor de e-boeklezers: Daums Goena goena is gratis te downloaden. Voor de liefhebbers van hoorspelen: hier een hoorspelversie.

Ik heb Daum weer geboeid gelezen. De koloniale wereld kwam weer even helemaal terug. Toch heb ik nog steeds het idee dat Nederlands Indië nu tot de oudere geschiedenis behoort. Zo gaan die dingen.

Menno ter Braak over P.A. Daum | Meer over Nederlands koloniale geschiedenis

Meer koloniale geschiedenis | Index artikelen