‘Debat’ in Nederland
Bert Ernste
Oktober 2007
Nederlander in het buitenland, volgt u het nieuws in Nederland nog een beetje? Of denkt u al heel lang “ze doen maar, daar in dat kleine landje”? Lees in dat geval niet verder.
Nederland lijkt een wat
hysterisch land geworden. Op het moment dat ik dit schrijf, heeft Nederland net weer
zo’n ogenschijnlijk heftig minidebatje achter de rug. Over het verbieden van
Mein Kampf, het beruchte boek waarin Adolf Hitler zijn weerzinwekkende
ideeën uiteenzet. Minister van Onderwijs en Cultuur Ronald Plasterk had in een
interview geopperd dat het verbod op dat boek misschien maar op de helling moest.
Aanleiding daarvoor was de vergelijking die Geert Wilders van de Partij voor de Vrijheid maakte. Die vindt dat de Koran verboden moet worden omdat deze haat zaait, net als Mein Kampf. De reacties op de opmerking van Plasterk waren voorspelbaar. Parlementariërs waren “verbijsterd” en in meerderheid tegen het opheffen van het verbod. De media liepen hijgerig achter politici aan voor een citaat. Een ‘quootje’, zoals de vakterm luidt.
Inconsequent
Geert Wilders zelf, die voornamelijk stemmen trekt door
zich af te zetten tegen de islamitische medeburger en alles wat verder maar met islam
te maken heeft, was ook tegen het vrijgeven van Mein Kampf, omdat dat volgens
hem een haatzaaiend boek is. Wilders heeft daarbij niet door dat zijn eigen
gedachtegoed, als het in een boek zou staan, dan ook verboden zou moeten worden op
grond van ‘haat zaaien’. Wilders bepleit, als hem dat uitkomt, de totale
vrijheid van meningsuiting, waarbij de toonzetting er volgens hem totaal niets toe
doet. Als anderen, die hem onwelgevallig zijn, diezelfde vrijheid willen, pleit hij
voor een verbod. Hoe opportunistisch kun je zijn?
In een reactie op het pleidooi van Wilders om de Koran te verbieden maakte minister Plasterk zijn opmerking dat Mein Kampf misschien ook niet meer verboden moest worden. Dat geldt zeker nu internet en mondialisering betekenen dat je de meest verwerpelijke informatie heel gemakkelijk elders kunt vinden.
Knettergek
Recentelijk was er ook ophef in de Tweede Kamer, omdat
Wilders minister Vogelaar “knettergek” noemde, omdat zij had gezegd dat het
heel goed mogelijk is dat de Europese cultuur over een groot aantal jaren joodse,
christelijke én islamitische wortels zal hebben, vanwege de toenemende
integratie en inbreng van islamitische immigranten in Europa. Het gebruik van het woord
‘knettergek’ werd ‘onparlementair’ gevonden. Een nieuw relletje
was geboren. Wilders wenste zijn woorden niet terug te nemen en herhaalde ze
parmantig.
Waar gáát dit allemaal over? Het probleem zit hem niet zozeer in het woord ‘knettergek’, als wel in het feit dat er in het Nederlandse debat tegenwoordig heel veel geroepen wordt zonder onderbouwing.
Als Wilders zich niet kan voorstellen dat de islamitische immigranten zich gaan integreren in de Europese cultuur, zeg dát dan. Als hij wil voorkómen dat ze integreren, zeg dát dan. Laten we trouwens eerlijk zijn, het gaat zeker niet alleen om Wilders. Veel politici in Nederland lenen zich tegenwoordig veel te gemakkelijk voor een pittige uitspraak naar aanleiding van een willekeurig incident zonder al te veel argumenten. Het populisme is wijd verbreid.
De wat hijgerige discussie in Nederland blijft daardoor veel te veel steken in kreten en incidentjes, zoals het ‘knettergek’ noemen van een minister. Daarbij jagen de media de hysterie lekker aan, door zelf ook alles spannender te maken dan het werkelijk is. De media halen vaak even snel een pittig ‘quootje’ bij politici of andere woordvoerders en vragen veelal niet eens meer waarom die iets als ‘zot’, ‘slecht’ of ‘dom’ betitelen. Met dat pittige ‘quootje’ rennen ze dan naar andere partijen om daar weer op te reageren. Het klinkt alsof het ergens over gaat, maar als je even achteruit leunt en je afvraagt wat er nou gezegd is, besef je ineens dat je beter een boek had kunnen lezen, of de weekeditie van NRC Handelsblad.
Goed nieuws
Het goede nieuws is dat de ‘gewone’ Nederlander
zich lijkt terug te trekken van deze wat hysterische debatten. Uit onderzoek blijkt dat
de grote onvrede van Nederlanders over de staat van de Nederlandse samenleving
goeddeels is weggeëbd. Het grote onbehagen van enkele jaren geleden in de nasleep
van de moord op politicus Fortuyn en op cineast Van Gogh en de mede daardoor
aangewakkerde irritatie over buitenlanders (lees: islamitische immigranten en hun
nageslacht) is veel minder geworden, al vindt ruim 40 procent nog steeds dat
‘allochtonen’ een probleem vormen. Dat is nog veel, maar -zoals gezegd- wel
minder dan voorheen.
PS
Het is trouwens niet helemaal waar dat Europa gestoeld is op een joods-christelijke
traditie. De invloeden van Griekenland (uitvinder van het concept democratie) en het
oude Rome (rechtssysteem) op Europa zijn niet te onderschatten. Alleen al de eindeloze
inspanning van de laatste vijf eeuwen om de maatschappij te verbeteren komt uit die
Grieks-Romeinse traditie. We zouden dus moeten spreken van een
heidens-joods-christelijke traditie. Het is selectief om alleen de christelijk-joodse
wortels te noemen. Zie Jacques Barzun From dawn to decadence. 1500 to the present.
500 years of western cultural life.
Meer opinie | Meer Nederland | Index artikelen | Contact