British flag  Bandeira brasileira
Plaatje familiewapen De Munnick

Foto'tje kop uil

Het vingertje van de wereldburger

Bert Ernste

Verschenen in onzeWereld (Nederland), november 2002 en Het Vrije Woord (België), juli augustus 2003

In Nederland bestaan er actiegroepen voor de meest exotische en verre problemen. Dat lijkt een goede zaak, maar volgens Bert Ernste wordt de grens tussen internationale solidariteit en het beruchte wijzende vingertje van de Nederlander gemakkelijk overschreden.

Tijdens de wereldkampioenschappen voetbal, afgelopen zomer in Korea en Japan, berichtten diverse media over het eten van honden in Korea. Het televisieprogramma TweeVandaag waarschuwde nog dat de reportage “schokkende beelden” bevatte. Veel meer dan een paar hondenkooien en een gevilde hond werd niet getoond, maar de teneur was duidelijk: dit is héél erg! Maar, zo vroeg ik mij af, is er enig (principieel) verschil tussen ons eten van varkens en hun eten van honden?

Enkele jaren geleden ontving ik van het Comité Anti Stierenvechten 1) het verzoek om brieven te schrijven naar de gouverneur van de Braziliaanse deelstaat Santa Catarina. Daar worden, zo schreef het Comité, feesten gehouden waarbij stieren dagenlang gemarteld worden. Ik vroeg mij af of je je vanuit Nederland druk moet maken over die paar stieren aan de andere kant van de wereld.

Tijdens presidentsverkiezingen die ik in Brazilië meemaakte, hoorde ik een jeugdige, politiek geëngageerde West-Europeaan tegen een veel oudere Braziliaan, die zich beklaagde over het bedrog van politici (“Ze beloven veel, maar doen niets”), zeggen dat hij dan toch vooral op een progressieve partij moest gaan stemmen. Opnieuw vroeg ik mij af of dit nou wereldburgerschap is, of dat het getuigt van arrogantie om de mensen ter plaatse van stemadvies te voorzien.

Plaatje schilderij Dali

Stierenvechten door Salvador Dalí

Het besef dat we wereldburgers zijn en dat het welzijn van de héle wereld een zaak van ons allemaal is, leidt tot beter begrip voor de medemens in verre oorden. Nu is er veel te vaak sprake van een bewust (in de Verenigde Staten) of onbewust (in Nederland) aangeleerd nationalisme. Dat lijkt een open deur, maar Martha Nussbaum werd in de Verenigde Staten genadeloos neergesabeld en zelfs beschuldigd van landverraad toen zij in Patriotism and Cosmopolitanism 2) een pleidooi hield om wereldburgerschap als vertrekpunt te nemen voor het onderwijs.

In Nederland loopt een campagne voor wereldburgerschap 3), waarbij je op internet een manifest kunt ondertekenen. Het manifest is nogal optimistisch, om niet te zeggen zelfgenoegzaam, over de mate waarin Nederlanders al wereldburgers zijn 4). We zijn per definitie burgers in een wereldwijd economische systeem, maar dat betekent nog allerminst dat de meeste Nederlanders zich écht betrokken voelen bij - om maar wat te noemen - de Papua’s in voormalig Nederlands Nieuw-Guinea, of het feit dat een zeer groot deel van de wereldbevolking nog altijd niet beschikt over schoon drinkwater. Meer dan een miljard mensen hebben helemaal geen toegang tot drinkwater, bijna drie miljard mensen (de helft van de wereldbevolking) drinkt water van een twijfelachtige kwaliteit, waardoor dagelijks 30.000 mensen sterven. 5).

Maar goed, laten we ervan uitgaan dat we wereldburgers zijn met een brede visie. Wat betekent dat? Mogen we ons dan overal mee bemoeien? Dat lijkt logisch. Als Nederlander vind ik dat ik het recht heb om mij met alles in Nederland te bemoeien. Ik kom nooit bij of op de Waddenzee, maar vind dat ik tegen proefboringen in dat natuurgebied mag zijn. Dus als wereldburger zou je je dan met alles in de wereld mogen bemoeien. Maar het blijft wringen om je op te winden over die honden in Korea, of die paar stieren op dat Braziliaanse feest. Dat is te ver en te klein. Het lijkt mij dat er een zekere relatie bestaat tussen de omvang van een probleem en de afstand waarop je je er met goed fatsoen mee kunt bemoeien.

Grove schendingen van de mensenrechten mag je naar mijn gevoel vanaf elke plek op elke plek ter discussie stellen. De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens geeft daar ook een grondslag voor. Die Universele Verklaring is mensenwerk en dus een compromis, waarin de machtsverhoudingen van een goede vijftig jaar geleden weerspiegeld zijn. Aziatische landen betogen dat die mensenrechten te westers en te individueel zijn. Die discussie is zinvol, maar de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens is desondanks algemeen genoeg om wereldwijd recht van spreken te geven, al wordt dat onvermijdelijk in sommige kringen opgevat als een westerse culturele invasie. Dat is begrijpelijk, want we zijn in het Westen vaak betweterig, maar vaak wordt deze reactie ook aangewend voor het beschermen van gevestigde belangen. 6).

Protesteren tegen de steniging van ‘overspelige’ vrouwen in Nigeria, zoals nu weer actueel is, is dus op zijn plaats. Enerzijds omdat er goede argumenten zijn tegen de doodstraf en anderzijds omdat er duidelijk sprake is van een dubbele moraal: mannen mogen op het gebied van seksuele relaties meer. Ook hier dienen actievoerders hun vizier echter schoon te houden. Het lijkt er toch veel op dat we ons in het westen gemakkelijker druk maken over Nigeria en de islamitische wetten die daar in een aantal provincies gelden, dan over de doodstraf en juridische dwalingen in de Verenigde Staten, een land dat deel uit maakt van ‘onze’ westerse wereld. Het oproepen tot een boycot van de miss-verkiezingen in Nigeria lijkt trouwens erg op een oproep aan FC Twente om de wedstrijd tegen Ajax te boycotten, omdat er in Amsterdam vrouwenhandel plaats vindt.

Ook het behoud van het regenwoud, de opwarming van de aarde en meer algemeen de aantasting van het (macro)milieu in de wereld, zijn gerechtvaardigde onderwerpen van wereldwijde aandacht van en actie door wereldburgers. Het betreft ons aller toekomst. Wel zeggen we vanuit het rijke Westen soms wat al te gemakkelijk tegen de armen in ontwikkelingslanden (die vaak geen alternatief hebben) dat ze een bepaalde economische activiteit moeten laten, omdat die het milieu bedreigt. De klacht van ontwikkelingslanden dat het hier gaat om ‘eco-imperialisme’ vanuit het Westen, dat economische ontwikkeling in het Zuiden belemmert, is op zijn minst begrijpelijk. We vergeten al te graag dat het Westen zijn rijkdom grotendeels heeft gebouwd op basis van diezelfde milieuverwoestende activiteiten. Denk bijvoorbeeld aan de ontbossing van Europa. Dat is geen argument om de bemoeienis te staken nu we zo veel meer weten van de kwetsbaarheid van het milieu, maar enige Westerse bescheidenheid is wel op zijn plaats. Degenen die klimaatverdragen aanvallen, omdat ze vinden dat de wetenschappelijke basis voor het broeikaseffect ontbreekt, doen trouwens denken aan de tabakslobby, die tientallen jaren voor de rechter betoogde (en van de rechter gelijk kreeg) dat de schadelijke effecten van roken niet wetenschappelijk bewezen waren.

Bij de honden op het Koreaanse menu en die Braziliaanse stieren van het Comité Anti Stierenvechten is Westerse bemoeienis een stuk problematischer. Er gaan stemmen op om ook dieren universele rechten toe te kennen 7). Dat zijn vooral Westerse stemmen en fundamentele dierenrechten zijn nog allerminst gemeen goed. Op zichzelf geen reden om ze te verwerpen. Het is echter problematisch om met deze onderwerpen in verre oorden aan te komen als daar al die menselijke problemen van armoede en onderdrukking en het milieu nog niet opgelost zijn. Ik zie de verweerde Braziliaanse cowboy, die nauwelijks lezen en schrijven kan en niet eens weet waar Nederland ligt, al voor me, als je hem vanuit Nederland komt vertellen dat die arme stier die geslacht wordt op het jaarlijkse feest recht van leven heeft. In die context voelt de brief van het Comité Anti Stierenvechten en het toontje van de berichtgeving over het slachten van honden in Korea toch erg als de zendingsdrift van de zendeling, die in de rimboe de zwartjes heil ging verkondigen. Goede bedoelingen, ongetwijfeld, maar uiterst arrogant, vanwege de gedachte de wijsheid in pacht te hebben. Het vermanende vingertje.

Bovendien zitten we in Nederland en het Westen met een intensieve landbouw, waarin heel wat meer dierenleed omgaat dan bij de hondenslacht in Korea en tijdens die paar feesten in Brazilië of zelfs de stierenvechten in Spanje en andere landen. Is het probleem niet dat deze ‘feesten’ in het publiek plaats vinden en dat het merendeel van de wereldburgers zelden een kistkalf ziet?

Wellicht is het voor sommige activisten gemakkelijker om een exotisch doelwit ver weg te kiezen dan actie te voeren in de eigen achtertuin, waar we volop vervuilen, dieren op groteske wijze mishandelen in de bio-industrie, waar semi-slavernij bestaat (in de prostitutie) en waar we illegalen in naaiateliers en glastuinbouw uitbuiten op manieren die we in West-Europa al heel lang geleden (officieel) hadden afgezworen.

Het ene leed maakt het andere niet goed. Maar hierbij toch de oproep aan actievoerend Nederland om een rangorde aan te brengen in aard en omvang van de problemen die we als wereldburgers zouden moeten aanpakken. Veranderingen gaan onthutsend langzaam. Zie de kloof tussen arm en rijk in de wereld, die maar niet kleiner wil worden, en het milieu dat we blijven vervuilen, ook nu we al minstens veertig jaar de problemen kennen. Kijk naar de (semi-)slavernij die in vele delen van de wereld nog steeds bestaat (27 miljoen mensen! 8), de onderdrukking van vrouwen, kinderarbeid (wereldwijd moeten 211 miljoen kinderen tussen 5 en 14 jaar werken. 9), pedofilie en sekstoerisme, de lijst is te lang om alles op te noemen. Alle reden om de actie-energie op de echt grote problemen te richten.

Het is een luxe om in ons rijke Westen voor elk groot en klein probleem een aparte actiegroep of een apart comité te hebben. Het is mooi dat we daar zoveel geld en tijd voor hebben dank zij onze welvaart. Een bundeling van die krachten gericht op de echt grote wereldproblemen en kleinere (maar omvangrijke) nabije kwesties zou vele malen mooier zijn. Wereldburgers aller landen verenigt u!

Noten:

  1. Comité Anti Stierenvechten

  2. Martha Nussbaum, Patriotism and Cosmopolitanism, Boston Review, 1994

  3. http://www.wereldburgers.nl/

  4. Bert Ernste, Nederlanders zijn helemaal geen wereldburgers!

  5. Wordlwatch Institute, State of the World 2002.

  6. Michael Ignatieff, Human Rights: The midlife crisis, in: New York Review of Books, 20 mei 1999; Michael Ignatieff, The right stuff, in: New York Review of Books, 13 juni 2002; Marten Toonder, De Rechten van de Mens, Uitgeverij De Vijver, 1998

  7. Paul Cliteur, Darwin, dier en recht, Boom, 2001; Meer rechten voor dieren dan voor mensen, artikel in Milieudefensie, februari 2002; Peter Singer, Darwin voor links. Politiek, evolutie en samenwerking, Boom, 2001; Peter Singer, Ethics into Action: Henry Spira and the Animal Rights Movement, Rowman and Littlefield, 2000; J.M. Coetzee, The Lives of Animals, Princeton University Press, 2000

  8. Anti Slavery; Kevin Bales, Disposable people. New slavery in the global economy, University of California Press, 1999

  9. Unicef, State of the World’s Children 2002, Genève 2002 en ILO over kinderarbeid.

Meer opinie | Meer Nederland | Index artikelen | Contact