British flag  Bandeira brasileira
Plaatje familiewapen De Munnick

Plaatje Portugese vlag

‘O Lissabon, mijn thuis’ en Fados van Slauerhoff

Bert Ernste

Blik op Portugal, januari 2008

Wat maakt Lissabon toch zo fascinerend? Voor mij was dat toen ik er een aantal jaren woonde, een soort vervallen grootsheid, die iets melancholieks had. Al was ik me toen misschien niet zo bewust van dat melancholieke. Ik vond Lissabon veel mooier, ‘doorleefder’ dan andere, op zich mooiere en grotere steden als Parijs, Madrid, Londen met hun roemruchte geschiedenis. Ik ben inmiddels al weer een tijd weg uit Lissabon, dus ik weet niet of de stad inmiddels erg veranderd is. Ik kan het me haast niet voorstellen, zeker niet na lezing van O Lissabon, mijn thuis. Dat boek gaat over het beeld dat Lissabon door de eeuwen heen in de (internationale) literatuur heeft gehad. Daaruit blijkt dat die fascinatie voor Lissabon door veel meer mensen is gevoeld.

O Lissabon, mijn thuis beschrijft onder meer wat Engelse schrijvers als William Beckford, Robert Southey en Lord Byron in Lissabon zochten en vonden. Maar ook Portugese schrijvers als Fernando Pessoa en de dichter Cesário Verde (door Pessoa als zijn meester beschouwd) komen uitvoerig aan bod, net als Eça de Queiroz met zijn venijnige pen. Ger Groot noemde De Maia’s uit 1888 van Eça de Queiroz in NRC Handelsblad een “sublieme roman over een ingedommelde samenleving”. (In 2001 in het Nederlands verschenen in een vertaling van Harry Lemmens.)

Ook de Nederlandse schrijver F.C. Terborgh was gefascineerd door Lissabon, net als de Italiaan Antonio Tabucchi. Ze passeren allemaal (met nog anderen) de revue in O Lissabon, mijn thuis. Van de meeste schrijvers, die besproken worden, zijn ook fragmenten opgenomen. Dat geldt ook voor Luís Vaz de Camões, al had die eigenlijk niet zo heel veel met Lissabon. Daarnaast omvat het boek beschouwingen over de mysterieuze kunstverzamelaar Calouste Gulbenkian, over azulejos, de typisch Portugese tegels, en over de fado.

De auteurs zijn onder anderen August Willemsen, J. Rentes de Carvalho, Harrie Lemmens en Arie Pos. Het boek is geïllustreerd met bijzondere foto’s en met tekeningen van Frits Müller. De druk maakt overigens dat de foto’s niet heel fraai overkomen.

Persoonlijk vond ik het hoofdstuk over Slauerhoff, die in Lissabon een thuis vond voor zijn melancholieke ziel, het boeiendst. Ik vond veel van mijn gevoelens bij Lissabon prachtig verwoord door Slauerhoff, al hoop ik wel dat ik wat minder zwaar op de hand ben dan de dichter:

"Ik voel mij van binnen bederven
Nu weet ik waaraan ik zal sterven:
Aan de oevers van de Taag."

O Lissabon, mijn thuis is een aanrader voor ieder die gefascineerd is door Lissabon en voor wie wat meer wil weten dan in de reisboeken staat. Ook wie zich wil verdiepen in de Portugese litteratuur (‘de grote namen’) heeft aan dit boek een aardig begin.

Fados van Slauerhoff op CD
Wie een beetje meevoelt met Slauerhoffs melancholie en met de melancholie van de fado zal ongetwijfeld genieten van zijn in het Portugees vertaalde en op fadomuziek gezette gedichten, gezongen door Cristina Branco. (Cristina Branco canta Slauerhoff) Hij is prachtig! De gedichten zijn vertaald naar het Portugees door Mila Vidal Paletti, die al meer dan dertig jaar in Nederland woont. Cristina Branco’s vaste componist en begeleider Custódio Castelo zette de gedichten op muziek. Cees Nooteboom draagt op de CD Slauerhoffs gedicht O Engeitado in het Nederlands voor met muzikale begeleiding. Dat doet hij mooi, maar helemaal Portugees zijn de enkele niet vertaalde woorden en zinnen in zijn voordracht niet.

O engeitado
Ik voel mij van binnen bederven
Nu weet ik waaraan ik zal sterven:
Aan de oevers van de Taag.
Aan de gele, afhellende oevers,
Er is niets schoners en droevers,
En 't bestaan verheven en traag.

Ik bewandel 's middags de prado's
En 's avonds hoor ik de fado's
Aanklagen tot diep in de nacht:
"A vida é immenso tristura"-
Ik voel mij al samensnoeren
Met de kwaal die zijn tijd afwacht.

De vrouwen die visch verkoopen
En de wezens die niets meer hopen
Dan een douro meer, voor een keer,
Zij zingen ze even verlaten,
Door de galmgaten der straten,
In een stilte zonder verweer.

J. J. Slauerhoff

O enjeitado
No fundo, sinto-me apodrecer.
Agora sei onde e de quê irei morrer:
A beira do Tejo, de suas margens
macilentas e inclinadas.
Nada é mas belo e triste
E a existência sublime e lenta.

De tarde vagueio pelos prados
E a noite ouco o queixume dos fados
Até romper a madrugada.
- "A vida é imensa tristura" -
E logo sinto as amarras desse mal
Que no tempo aguarda fatal.

São as varinas quem canta o fado
E os entes que já nada esperam.
- "Mais um copo pra esquecer" -
Deixam-no desamparado,
Ecoando por becos e vielas,
Num silêncio que consente.

Slauerhoff - Palletti

Meer boeken Portugal | Meer Portugal | Index artikelen | Contact