TUMULT TIJDENS LAATSTE ZITTING NAT. CONGRES
Enige tumult ontstond er gisteravond
tijdens de, officieel, laatste zitting van het Nationaal Congres, die gehouden werd in
het Nieuw Guinea Raads-gebouw.
Hierbij werd door een aantal woedende jongemannen buiten een raam ingeslagen, terwijl
politieversterking moest worden ingeroepen. Gedurende enige ogenblikken begonnen enkele
afgevaardigden in de zaal elkaar uit te schelden, terwijl anderen de gemoederen tot
bedaren trachtten te brengen.
De onmiddellijke oorzaak hiervan was een gehouden stemming over of er een plebisciet in 1963 gehouden moest worden of in 1969. De uitslag van deze stemming was 43 stemmen voor een plebisciet in 1963 en 25 stemmen voor een plebisciet in 1969. Alle afgevaardigden verkeerden hierna in, de mening dat daarmee de s1otresolutie van het Congres waarin stond dat het Congres zich akkoord verklaarde met de gesloten overeenkomst (die een plebisciet bepaalt in ’69) gewijzigd zou worden. Tanggahma echter verklaarde dat voor aanname van een dergelijk amandement tweederde meerderheid nodig was en zei dat volgens het reglement dit amandement dus verworpen was.
Hiermede was een
groot gedeelte van de zaal het niet mee eens. De heer Mofu, Nieuw Guinea Raads-lid,
vroeg op luidde toon waar dat reglement was, terwijl anderen heftig protesteerden tegen
de gang van zaken. Buiten begon men op de deuren te bonzen en te schreeuwen van
Merdeka. Het rumoer bereikte zijn hoogtepunt toen een jongeman buiten met de schreeuw
Merdeka een raam insloeg. Verbluft zweeg toen voor een ogenblik de gehele
vergadering.
Het was de gehele vergadering gisteravond al rumoerig geweest, nadat Mofu had
geantwoord op de felle antiNederlandse toespraak van Wajon, die de Nederlanders
beschuldigde dat zij een leeg land achterlieten en dat hun beloofde zelfbeschikking
altijd een fabeltje was geweest.
“Onze toekomst ligt in Djakarta en niet in Den Haag”, eindigde hij zijn
toespraak. Mofu echter uitte een groot wantrouwen tegenover Indonesië vooral wat
betreft de garanties van het zelfbeschikkingsrecht. Meer vertrouwen had hij in de V.N.
en was voor een plebisciet in ’63 onder de UNO.
WAJOY:
“BERG VLAG OP”.
MOFIJ: “LAAT HEM WAPPEREN”
Ook speelde de
kwestie van de vlag een belangrijke rol. Wajoy was voor het opbergen van de vlag tot
’69, terwijl Mofu uitriep dat de vlag moest blijven wapperen.
“Nooit zullen wij een deel vormen van het rijk van Sabang tot Merauke” riep
hij onder luid applaus uit.
Tijdens het volgende rumoer besloot de voorzitter Tanggahma, die vaak tevergeefs
trachtte iedereen tot rust te brengen, de vergadering te verdagen.
Een kwartier na de vergadering, terwijl de regen over de straten plensde, was de
Oranjelaan reeds uitgestorven.
(21 september 1962)
Meer West Papua | Meer koloniale geschiedenis | Contact